Team van de Buurt: samenwerken in de wijk
Gepubliceerd op: 22-11-2024
Laatst bijgewerkt op: 22-11-2024
In de Betuwe doen studenten van het ROC-Rivor tegen een kleine vergoeding klusjes voor kwetsbare ouderen met en zonder dementie. Ze helpen met de boodschappen of voeren huishoudelijke taken uit. Hierbij snijdt het mes aan twee kanten. De studenten doen praktijkervaring op en ouderen kunnen langer thuis blijven wonen.
Het Team van de Buurt van Zorgcentra De Betuwe startte acht jaar geleden vanuit een dringende behoefte. Het bleek heel lastig voor het ROC Rivor om voldoende stageplekken te vinden voor studenten van niveau 2 in welzijnsopleidingen. Tegelijkertijd steeg in de Betuwe de vraag naar ondersteuning voor mensen die hulp kunnen gebruiken bij het alledaags leven.
‘Het idee was om kwetsbare ouderen in de wijk te helpen met klussen, terwijl studenten tegelijkertijd praktijkervaring opdoen, vertelt Marja Verrips, projectmedewerker Welzijn van Zorgcentra De Betuwe. Dit leidde tot het ontstaan van een zogenaamd Team van de Buurt in Culemborg en Tiel. Inmiddels zijn er ook teams in Maurik, Buren en Ochten en werkt het Team van de Buurt samen met verschillende partijen in de Betuwe.
Samenwerken in de wijk
Het Team van de Buurt bestaat uit studenten van het ROC-Rivor en werkbegeleiders vanuit Zorgcentra De Betuwe. Studenten lopen twee dagen per week stage onder begeleiding van een werkbegeleider die een centrale rol speelt in de organisatie en planning. De studenten ondersteunen ouderen in de wijk door ze werk uit handen te nemen. Het gaat echt om kleine klussen, zoals (samen) boodschappen doen of een huishoudelijke taak uitvoeren. Ouderen betalen hiervoor een kleine bijdrage van €4,50 per klus. De meerwaarde zit vooral in het in het contact tussen de studenten en de ouderen.
Het Team van de Buurt is zo’n succes dat we in de eerste vijf jaar van ons bestaan al meer dan 22.000 klussen hebben uitgevoerd.
Maatschappelijke opbrengsten
De maatschappelijke waarde van het Team van de Buurt is groot. Door de geboden ondersteuning kunnen bewoners langer zelfstandig blijven wonen en studenten krijgen via deze klussen een waardevolle leerervaring. ‘Jong en oud matchen geweldig, en het is een mooie kweekvijver voor maatschappelijke betrokkenheid’, aldus Marja. De meerwaarde zit ook in de maatschappelijke baten voor de gemeente en de regio. Ouderen houden de regie op hun eigen leven, de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven worden verhoogd en mantelzorgers worden even ontlast. Marja: ‘Het Team van de Buurt is zo’n succes dat we in de eerste vijf jaar van ons bestaan al meer dan 22.000 klussen hebben uitgevoerd.’
Door het oppakken van kleine klussen kan het gewone leven van ouderen zo lang mogelijk doorgaan. Het Team van de Buurt draagt hierdoor ook bij aan de maatschappelijke opgave om mensen met beginnende geheugenklachten of dementie zo lang als mogelijk mee te laten doen aan de maatschappij. Het gaat hier vooral om niet geïndiceerde ondersteuning volgens Marja. ‘We worden vaak ingeschakeld door welzijnsorganisaties, POH’ers, wijkverpleegkundigen of casemanagers dementie bijvoorbeeld.’
Financiering is uitdaging
Naast de successen zijn er ook uitdagingen. De grootste daarvan is het organiseren van structurele financiering. Het team wordt voornamelijk bekostigd door de kleine bijdragen voor de klussen en sporadische subsidies, maar deze zijn vaak niet voldoende om het bestaan van Team van de Buurt op lange termijn te garanderen. ‘We staan nu echt op een punt waarbij structurele financiering nodig is om door te kunnen gaan’, vertelt Marja. Hierbij wordt samenwerking met gemeenten en welzijnsorganisaties steeds belangrijker. ‘Inmiddels zijn er veel initiatieven zoals Reablement en ‘Welzijn op recept’ waarvoor financiering beschikbaar is. Maar voor ons initiatief is die financiering nog een grote zoektocht omdat het hier gaat om niet geïndiceerde ondersteuning. We zijn juist voor preventie en signalering van grote meerwaarde, zoals bij beginnende geheugenklachten bij dementie.’
Tips voor andere netwerken
Voor organisaties die een soortgelijk initiatief willen opzetten binnen hun dementienetwerk heeft Marja waardevolle tips. ‘Investeer in samenwerking met onderwijsinstellingen, betrek de gemeenschap en maak gebruik van de beschikbare maatschappelijke structuren. En werk samen met partners die hetzelfde maatschappelijk doel delen en zorg voor een centrale coördinatie.’